Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X accijnsschuldenaar is voor de aangetroffen sigaretten. Het hof stelt vast dat het begrip ‘voorhanden hebben’ ruim moet worden uitgelegd en dat ook bestuurders onder de accijnsschuld vallen als zij feitelijk over de goederen beschikken. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

X is enig aandeelhouder en bestuurder van X BV, die een loods huurt voor op- en overslag en transport van goederen. Op 9 oktober 2020 vindt een doorzoeking plaats in de loods en een oplegger van X BV, waarbij grote hoeveelheden sigaretten zonder Nederlands accijnszegel worden aangetroffen. De inspecteur constateert dat voor deze sigaretten geen accijns is afgedragen en legt een naheffingsaanslag accijns op aan X. X maakt bezwaar tegen de aanslag en stelt dat hij de opslag- en transportactiviteiten als directeur van X BV verricht en niet als privépersoon. Hij voert aan dat hij op basis van vertrouwen goederen voor klanten opslaat en niet controleert om wat voor goederen het gaat, en dat hij pas later wist dat het om sigaretten ging. Rechtbank Gelderland verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de naheffingsaanslag. De inspecteur gaat in hoger beroep. In geschil is of X als privépersoon accijnsschuldenaar is voor het voorhanden hebben van onveraccijnsde sigaretten, ondanks zijn hoedanigheid als bestuurder van X BV.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X accijnsschuldenaar is voor de aangetroffen sigaretten. Het hof stelt vast dat het begrip ‘de persoon die de accijnsgoederen voorhanden heeft’ ruim moet worden uitgelegd. De uitzondering dat het handelen aan de werkgever moet worden toegerekend, geldt alleen als de werknemer binnen de grenzen van zijn taken en op instructie van de werkgever handelt. X handelt als bestuurder met een eigen verantwoordelijkheid en niet op instructie van de algemene vergadering van aandeelhouders. Het hof oordeelt dat het opslaan van goederen zonder controle niet in het belang van de vennootschap is en dat X als bijzondere werknemer niet onder de uitzondering valt. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond en de naheffingsaanslag blijft in stand. X gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de accijns 97

Wet op de accijns 51

Wet op de accijns 2

Wet op de accijns 5

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 28 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen