De casus betreft de in Nederland gevestigde software-ontwikkelaar X BV die als auteur en eigenaar van software een licentie verleent aan een in Zuid-Korea gevestigde distributeur. De distributeur verkrijgt daarmee het recht om sublicenties aan Zuid-Koreaanse klanten te verstrekken. Onder de sublicenties hebben de klanten het recht om de software voor eigen gebruik aan te wenden. De algoritmes en de broncode van de software maken geen deel uit van de licentie en het aan de software ten grondslag liggende auteursrecht blijft eigendom van X BV. Onder de licentie verkrijgt noch de distributeur, noch de klant het recht om de software te exploiteren. Het is hen niet toegestaan om de software te reproduceren en zelf te verkopen, over te dragen of licenties te verlenen. Ook mogen zij de in gebruik verkregen software niet aanpassen of gebruiken voor het maken van afgeleide software. X BV ontvangt van de distributeur een vergoeding voor de softwarelicentie. Aan de kennisgroep wordt de vraag gesteld of de vergoeding voor de licentie die X BV van de distributeur ontvangt, kwalificeert als een royalty in de zin van het Verdrag, zodat Zuid-Korea daarover (bron)belasting mag heffen?
Wetsartikelen:
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Belastingdienst
Editie: 14 juli
Informatiesoort: VN Vandaag