X en Y stellen beroep in tegen uitspraken op bezwaar over aanslagen IB/PVV voor de jaren 2015 en 2018. Voor 2015 voert X aan recht te hebben op persoonsgebonden aftrek voor specifieke zorgkosten en weekenduitgaven voor gehandicapten en verzoekt om gehoord te worden in de bezwaarprocedure. De inspecteur nodigt X tienmaal uit voor een hoorgesprek en verleent telkens uitstel, waarbij hij duidelijk aangeeft dat het hoorgesprek niet onbeperkt kan worden verplaatst en dat bij afwezigheid uitspraak op bezwaar volgt zonder hoorgesprek. Voor 2018 dienen X en Y pro forma bezwaren in zonder gronden. De inspecteur wijst hen herhaaldelijk op het ontbreken van gronden, biedt meerdere malen uitstel en stelt een einddatum vast, gekoppeld aan een hoorgesprek. Ook dan dienen X en Y geen gronden in. De inspecteur verklaart de bezwaren over 2018 niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden en wijst het bezwaar over 2015 inhoudelijk af.
In geschil is of de inspecteur bezwaren zonder gronden terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, of het hoorrecht is geschonden en of X recht heeft op aftrek van specifieke zorgkosten en weekenduitgaven.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de wettelijke procedure juist heeft toegepast. De wet vereist dat een bezwaarschrift gronden bevat staat niet-ontvankelijkverklaring toe na het bieden van hersteltermijnen. X en Y hebben herhaaldelijk de gelegenheid gekregen om hun bezwaren te motiveren en zijn gewezen op de gevolgen van het uitblijven daarvan. Omdat zij geen gronden hebben ingediend, is niet-ontvankelijkverklaring gerechtvaardigd. Het hoorrecht is niet geschonden; de inspecteur heeft voldoende pogingen gedeaan om X te horen en heeft duidelijk gecommuniceerd over de procedure. Voor de aanslag 2015 heeft X onvoldoende bewijs geleverd dat de gestelde uitgaven voldoen aan de wettelijke eisen voor aftrek. Alle aanslagen blijven in stand.
Wetingang:
Algemene wet bestuursrecht artikel 6.5
Algemene wet bestuursrecht artikel 6.6
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 6.25
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 6.1
Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 6.2
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 6 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag