Advocaat-generaal Koopman concludeert dat Nederland tot het moment van emigratie als woonstaat bevoegd is te heffen over de nog niet gerealiseerde waardeaangroei van een ab. De A-G wijst daarbij op de jurisprudentie van de Hoge Raad.

X houdt de aandelen in het Nederlandse Y BV en het Belgische Z NV. Op 15 oktober 2018 verhuist hij vanuit Nederland naar België. In verband met deze emigratie legt de inspecteur een conserverende IB-aanslag 2018 op aan X, waarbij hij rekening houdt met een fictieve vervreemding van de aandelen in Z NV. X is het daar niet mee eens. Hij stelt daarbij dat het arrest van de Hoge Raad van 20 februari 2009 (ECLI:NL:HR:2009:AZ2232, V-N 2009/12.8) toepassing mist omdat dat arrest is gewezen onder het oude verdrag met België uit 1970. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat in de conserverende aanslag terecht rekening is gehouden met de fictieve vervreemding van de aandelen in het Belgische Z NV. De rechtbank verwerpt daarbij de stelling dat het arrest uit 2009 niet meer van toepassing is. X stelt (sprong)cassatie in tegen deze uitspraak.

Advocaat-generaal Koopman concludeert dat Nederland tot het moment van emigratie, op grond van art. 13 paragraaf 4 Belastingverdrag Nederland - België, als woonstaat bevoegd is te heffen over de nog niet gerealiseerde waardeaangroei van een ab. De A-G wijst daarbij op de jurisprudentie van de Hoge Raad. Volgens de A-G zijn de arresten van de Hoge Raad van 20 februari 2009 (42701, ECLI:NL:HR:2009:AZ2232, V-N 2009/12.8) en 16 januari 2015 (13/05247, ECLI:NL:HR:2015:65, V-N 2015/6.5) daarbij richtinggevend. Dit volgt volgens de A-G verder ook uit het OESO-commentaar en de opbouw van het Verdrag zelf. Nederland trekt geen heffingsrecht naar zich toe over een bestanddeel dat in wezen en exclusief is toegewezen aan België. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen artikel 13

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot het vaststellen van enige andere regelen verband houdende met de belastingheffing artikel 13

Instantie: Hoge Raad (Parket)

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting

Editie: 8 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen