
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet overtuigend aantoont dat X feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging: het niet juist en volledig betalen van loonheffingen. Dat X zich heeft bemoeid met de uitvoering van rechtshandelingen en feitelijke bestuurshandelingen rondom de transfer van D, is daartoe onvoldoende.
Belanghebbende, X, is statutair bestuurder van voetbalclub Y. In 2012 trekt Y speler D aan. De transferovereenkomst is namens Y ondertekend door X. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat Y de loonheffing die verband houdt met de transfer van D naar voetbalclub A niet juist en volledig heeft afgedragen. In 2018 sluiten de inspecteur en Y een VSO en wordt een naheffingsaanslag LH opgelegd aan Y. In 2019 legt de inspecteur vervolgens een vergrijpboete op aan X wegens het feitelijk leiding geven aan het opzettelijk geen of te weinig afdragen van loonheffingen door Y. X is het daar niet mee eens.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet overtuigend aantoont dat X feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging: het niet juist en volledig betalen van loonheffingen. Dat X zich heeft bemoeid met de uitvoering van rechtshandelingen en feitelijke bestuurshandelingen rondom de transfer van D, is daartoe onvoldoende. Ook hetgeen de inspecteur stelt omtrent een nadere overeenkomst met betrekking tot de verkoop van D in 2015, leidt niet tot de conclusie dat X feitelijk leiding heeft gegeven aan de afwikkeling van deze overeenkomst. Hierbij werden de betalingen uit hoofde van deze overeenkomst, in weerwil van de realiteit, gepresenteerd als betalingen voor scoutingwerkzaamheden. X was niet betrokken bij deze aanpassingen. X had feitelijk al vanaf het najaar van 2014 zijn taken bij Y neergelegd. De rechtbank vernietigt de boete.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 20 juni
Informatiesoort: VN Vandaag
Focus: Focus