X BV dient via haar gemachtigde een bezwaarschrift in tegen een BPM-naheffingsaanslag. Ondanks diverse verzoeken van de inspecteur overlegt de gemachtigde geen schriftelijke machtiging van X BV. De inspecteur heeft erop gewezen dat het bezwaar niet-ontvankelijk kan worden verklaard als de machtiging niet wordt overgelegd. De rechtbank stelt de inspecteur in het gelijk. X BV gaat in hoger beroep en stelt onder andere dat de verplichting tot het overleggen van een machtiging in strijd is met het Unierecht.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat nationale rechters verplicht zijn het Unierecht toe te passen. De inspecteur heeft X BV voldoende gelegenheid geboden om het verzuim te herstellen. De eis van de inspecteur om een machtiging te overleggen is niet in strijd met het Unierecht. Gelet op het ontbreken van de machtiging, waardoor het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is, hoeft de inspecteur X BV ook niet te horen. Het hoger beroep van X BV is ongegrond. X BV gaat in cassatie, maar betaalt het griffierecht niet. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 267
Algemene wet bestuursrecht 7:3
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet bestuursrecht 2:1
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 25 juni
Informatiesoort: VN Vandaag