De Hoge Raad merkt de gemachtigde van X in de onderhavige cassatieprocedure automatisch aan als bijzonder geval als bedoeld in HR 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:46, V-N 2025/5.27.

Belanghebbende, X, gaat in bezwaar en beroep tegen een naheffingsaanslag BPM. Rechtbank Den Haag verklaart het beroep gegrond en kent voor zowel bezwaar als beroep een proceskostenvergoeding toe. In hoger beroep corrigeert Hof Den Haag de hoogte van de vergoeding in beroep wegens gewijzigde puntwaarden, maar vernietigt daarbij ten onrechte ook de vergoeding voor de bezwaarfase. De Hoge Raad corrigeert dat laatste en oordeelt tevens dat het hof heeft verzuimd een proceskostenvergoeding toe te kennen voor het incidenteel hoger beroep van X dat was opgenomen in diens verweerschrift (HR 6 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:862, V-N 2025/27.18). Over de vergoeding in cassatie wordt nog geen oordeel gegeven, in verband met de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (WHpkv). X krijgt de gelegenheid aannemelijk te maken dat sprake is van een bijzonder geval dat buiten de werkingssfeer van die wet valt, als bedoeld in r.o 3.5.2 van HR 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:46, BNB 2025/41, V-N 2025/5.27.

De Hoge Raad merkt de gemachtigde van X in de onderhavige cassatieprocedure automatisch aan als bijzonder geval als bedoeld in HR 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:46, V-N 2025/5.27. De Hoge Raad berekent de proceskostenvergoeding voor de cassatiefase daarom zonder inachtneming van de WHpkv op € 4.082. De Hoge Raad verwijst naar zijn arresten van 26 september 2025 (o.a. HR 26 september 2025, ECLI:NL:HR:2025:1382, V-N 2025/42.12) waarin de gemachtigde heeft bewezen dat hij een bijzonder geval is als bedoeld in HR 17 januari 2025. In dat arrest is ook geoordeeld dat voor elke volgende BPM-cassatieprocedure waarin de gemachtigde in het jaar 2024 beroep in cassatie heeft ingesteld er vanuit wordt gegaan dat zij niet werkt op basis van no cure no pay.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet bestuursrecht artikel 8.75

Algemene wet bestuursrecht artikel 8.108

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 artikel 19A

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 13 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

183

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen