X doet BPM-aangifte voor een Audi A3. Volgens het bijgaande taxatierapport is € 510 verschuldigd met de handelsinkoopwaarde van € 4500 en de afschrijving van 89,18%. Domeinen taxeert de handelsinkoopwaarde met behulp van de koerslijst Eurotax Xchangenet echter op € 26.037 en stelt de waardevermindering wegens schade vast op € 4497. In geschil is de BPM-naheffing van € 1446. Rechtbank Noord-Nederland handhaaft de aanslag, maar X krijgt wel een immateriële schadevergoeding van € 1000, alsmede proceskosten- en griffierechtvergoedingen. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur op de koerslijstwaarde de waardedrukkende factoren markt- en dealersituatie niet uit eigen beweging hoeft toe te passen. X heeft namelijk voor de taxatiemethode gekozen (vgl. HR 7 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:361). X maakt niet aannemelijk dat de CO2-uitstoot te hoog is vastgesteld. De verwijzing naar de rapportages van TNO en KPMG hierover in het kader van de overgang naar de WLTP-testmethode is namelijk te algemeen. In hoger beroep is de redelijke termijn overschreden, maar X krijgt geen immateriële schadevergoeding. Het financiële belang van X bij de procedure is namelijk minder dan € 1000 (zie HR 14 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:853, V-N 2024/29.19) en de redelijke termijn is met niet meer dan twaalf maanden overschreden. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetingang:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 artikel 9
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 artikel 10
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden artikel 6
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 29 september
Informatiesoort: VN Vandaag