Belanghebbende, X BV, bezit bijna alle aandelen in een Braziliaanse vennootschap (Y) en ontvangt $ 10 mln aan ‘interest on net equity’ (IoNE) van Y. De inspecteur volgt de door X BV ingediende VPB-aangifte waarin een tax sparing credit van 20%, voor interest, in aanmerking wordt genomen (art. 23 lid 4 onderdeel b Verdrag Nederland-Brazilië). X BV is echter van mening dat zij recht heeft op de tax sparing credit voor dividend van 25% (art. 23 lid 4 onderdeel a Verdrag Nederland-Brazilië). Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV recht heeft op een tax sparing credit van 25% in verband met de van Y ontvangen IoNE. Er zijn namelijk voldoende aanknopingspunten om te oordelen dat de IoNE als inkomsten van aandelen zijn te beschouwen. De onduidelijkheid van de verdragstekst moet volgens de rechtbank voor rekening en risico komen van de verdragsluitende staten. Deze tekst moet bij gerede twijfel niet ten nadele van X BV worden uitgelegd. Aan het Besluit kwalificatie Braziliaanse interest on net equity en de uitkomst van de onderlinge overlegprocedure tussen Nederland en Brazilië (neergelegd in het MAP-besluit) kent de rechtbank minder gewicht toe. Het gelijk is aan X BV.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X BV recht heeft op een tax sparing credit van 25% in verband met de van Y ontvangen IoNE. Volgens het hof vallen de IoNE-uitkeringen namelijk in ieder geval onder de ‘inkomsten uit aandelen’ (art. 10 lid 3 Verdrag Nederland-Brazilië). Of ook sprake is van interest (art. 11 lid 4 Verdrag Nederland-Brazilië), is volgens het hof niet helemaal duidelijk. Voor de zekerheid onderzoekt het hof daarom ook nog welk artikel voorrang krijgt. Ook daar komt het hof niet uit. Omdat de door X BV bepleite uitleg juist kan zijn, volgt het hof de rechtbank: de tekst moet bij gerede twijfel niet ten nadele van X BV worden uitgelegd. Aan het Besluit kwalificatie Braziliaanse interest on net equity en de uitkomst van de onderlinge overlegprocedure tussen Nederland en Brazilië (neergelegd in het MAP-besluit) kent het hof geen gewicht toe. Het MAP-besluit is namelijk pas in 2022 tot stand gekomen en daaraan kan geen terugwerkende kracht worden verleend. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]