Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur X LLP terecht als een niet-transparant lichaam heeft aangemerkt voor de Wet VPB 1969. De beroepen van X LLP op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel worden verworpen onder verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank.

Belanghebbende, X LLP, is een naar het recht van het Verenigd Koninkrijk opgerichte Limited Liability Partnership. Zij is in Nederland gevestigd en levert adviesdiensten. Ook detacheert zij personeel op het gebied van documentaire dienstverlening. A en B BV zijn de members van X LLP, waarbij A middellijk 100% aandeelhouder is van B BV. Volgens X LLP is zij een transparant lichaam en daarom niet VPB-plichtig in Nederland. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X LLP een niet-transparant lichaam is en dus belastingplichtig is voor de VPB. Daarbij is van belang dat X LLP civielrechtelijk een rechtspersoon is die, met uitzondering van anderen, aansprakelijk is voor de door haar aangegane verbintenissen. De members in X LLP zijn slechts aansprakelijk tot hun inleg. De rechtbank verwerpt verder ook de beroepen van X LLP op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. Het gelijk is aan de inspecteur. X LLP gaat in hoger beroep. Ter zitting bij Hof 's-Hertogenbosch verklaart zij dat niet meer in geschil is dat zij is onderworpen aan de VPB. X LLP doet dit naar aanleiding van enkele toezeggingen van de inspecteur met betrekking tot de aan A en B BV opgelegde, onherroepelijk vaststaande, aanslagen over de jaren 2015-2017. In hoger beroep komen daarom alleen nog de beroepen van X LLP op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel aan de orde.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur X LLP terecht als een niet-transparant lichaam heeft aangemerkt voor de Wet VPB 1969. De beroepen van X LLP op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel worden verworpen onder verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank. Volgens het hof kan X LLP geen vertrouwen ontlenen aan het besluit van de Staatssecretaris van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M (V-N 2009/65.17). De lijst met transparante lichamen uit dit besluit is namelijk indicatief. Daarbij is voor zekerheid over de kwalificatie ook vereist dat een verzoek daartoe bij de inspecteur wordt ingediend. Met betrekking tot het beroep van X LLP op het gelijkheidsbeginsel merkt het hof op dat de rechtbank heeft vastgesteld dat niet in de meerderheid van de met haar rechtens en feitelijk vergelijkbare gevallen de kwalificatie ‘transparant’ is gehanteerd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 artikel 1

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 artikel 8

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Vennootschapsbelasting

Editie: 19 september

Informatiesoort: VN Vandaag

29

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen