Belanghebbende (X) koopt in 2008 een bouwkavel. In 2008 en 2009 laat hij hierop een woning bouwen. De kosten ex btw bedragen € 352.563. Belanghebbende rekent de woning, die zowel zakelijk als privé wordt gebruikt, tot zijn ondernemingsvermogen. De verhouding tussen zakelijk en privé is 17,5% - 82,5%. Belanghebbende neemt de woning in 2009 in gebruik. In zijn btw-aangifte over het vierde kwartaal van 2009 berekent hij de door hem verschuldigde btw voor het privégebruik op € 2.042. Hij gaat daarbij uit van het aantal maanden dat hij de woning in 2009 in privé gebruikte (tijdsevenredige berekening). De inspecteur berekent de verschuldigde btw op grond van art. 5a Uitv.besch. OB op 1/10 x 82,5% x € 352.563 x 19% = € 5.525. Belanghebbende stelt dat deze regeling in strijd met het EU-recht is. Rechtbank Breda oordeelt dat de regeling van art. 5a Uitv.besch. OB niet in strijd met het EU-recht is. Volgens de rechtbank blijkt uit het Wollny-arrest van het HvJ EU namelijk dat bij de bepaling van de maatstaf van heffing voor het privégebruik van een tot het ondernemingsvermogen behorende onroerende zaak kan worden aangesloten bij de herzieningsperiode. Volgens de rechtbank is art. 5a Uitv.besch. OB in overeenstemming met de jurisprudentie van het HvJ EU en de btw-richtlijn 2006/112/EG. De naheffingsaanslag blijft in stand.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Nederlandse BTW verschuldigd door vermelding Nederlandse BTW op factuur
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat vast staat dat X Nederlandse BTW op de facturen heeft vermeld. Daarom is in Nederland BTW verschuldigd.
Geen BTW-vrijstelling voor ondernemingspensioenfonds volgens A-G
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof terecht van het arrest van de Hoge Raad van 9 december 2016 is uitgegaan en van belang heeft geacht of het beleggingsrisico dat de deelnemers van X lopen vergelijkbaar is met het beleggingsrisico dat deelnemers van een icbe lopen.
BTW-vrijstelling voor icbe’s volgens A-G niet van toepassing op bedrijfstakpensioenfonds
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat het hof terecht van het arrest van de Hoge Raad van 9 december 2016 is uitgegaan en van belang heeft geacht of het beleggingsrisico dat de deelnemers van X lopen vergelijkbaar is met het beleggingsrisico dat deelnemers van een icbe lopen.
Inhoud pakket Belastingplan 2026 bekendgemaakt
De Staatssecretaris van Financiën heeft de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staan de keuzes die dit kabinet maakt. Zo is als bijlage een overzicht opgenomen van fiscale wetgeving zoals die nu is voorzien.
Fiscale verzamelwet 2026 ingediend bij Tweede Kamer
Het kabinet treft maatregelen om te voorkomen dat over de uitbetaling van een lijfrente geen belasting wordt betaald, waarmee belasting wordt ontweken. De maatregelen gaan in per 1 januari 2026 en gelden met terugwerkende kracht vanaf 25 april 2025. De maatregelen zijn onderdeel van de Fiscale verzamelwet 2026 die door staatssecretaris Van Oostenbruggen bij de Tweede Kamer is ingediend.
Doorbelasten verzekeringspremies aan medisch specialisten valt onder BTW-verzekeringsvrijstelling
Hof Amsterdam oordeelt dat de doorbelasting van de verzekeringspremie aan de MSC’s valt onder de BTW-verzekeringsvrijstellling.