X biedt via haar website online casinospelen, online live casinospelen en online sportweddenschappen aan. Spelaanbieder A is een LTD. X kiest welke spellen zij aanbiedt op haar website. De speler komt via een API-verbinding direct terecht in de spelomgeving van de spelaanbieder, zodra de speler een bepaald kansspel kiest op de website van X. De speler moet akkoord gaan met de algemene gebruiksvoorwaarden en een digitaal spelersaccount openen met X, voordat de speler een spel kan spelen via de website van X. In de algemene gebruiksvoorwaarden is de dienstverlening tussen X en de speler vastgelegd. De vergoeding voor de dienstverlening door de LTD. is gebaseerd op het netto spelresultaat dat X met de spellen behaalt. De hoogte van dit percentage is afhankelijk van welk spel X aanbiedt aan potentiële spelers op haar website en bijkomende elementen zoals hoeveel het spel wordt gespeeld. In de Joint Venture en Shareholders Agreement (JVSA) is vastgelegd dat X softwarematig door LTD. in staat wordt gesteld om haar klanten een kansspel te laten spelen. In geschil is of de BTW-vrijstelling voor het aanbieden van kansspelen van toepassing is op de diensten die LTD. verricht aan X.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de BTW-vrijstelling voor het aanbieden van kansspelen van toepassing is op de diensten die de LTD. verricht voor X. De LTD biedt geen kansspel aan X zelf aan. Het feit dat de hoogte van de vergoeding afhankelijk is van het netto spelresultaat dat X met de spellen behaalt, leidt niet tot een ander oordeel. X maakt bovendien niet aannemelijk dat zij optreedt als een zogenoemd commissionair. Zelfs al trad X op als commissionair, dan zou de BTW-vrijstelling daarmee niet zonder meer van toepassing zijn in de relatie tussen LTD. en X, omdat de aard van de prestatie niet het aanbieden van een kansspel is.
Wetingang:
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 11
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 16 september
Informatiesoort: VN Vandaag