Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat bij de belastingheffing over de Nederlandse uitkeringen van een in Zwitserland wonende buitenlandse belastingplichtige terecht geen rekening is gehouden met de algemene heffingskorting en ouderenkorting. Zwitserland, het woonland van X, dient rekening te houden met de persoonlijke en gezinssituatie van X.

Belanghebbende, X, woont in Zwitserland en ontvangt in het jaar 2021 pensioenuitkeringen en AOW-uitkeringen uit Nederland waarop loonbelasting is ingehouden zonder toepassing van de algemene heffingskorting en ouderenkorting. X stelt dat deze heffingskortingen ten onrechte niet in aanmerking zijn genomen.

Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat X geen recht heeft op de algemene heffingskorting en de ouderenkorting. Er is in dit geval geen sprake van discriminatie. Er bestaat een objectief verschil dat grond oplevert voor een verschillende behandeling van X, niet-ingezetene, ten opzichte van ingezetenen. De algemene heffingskorting en de ouderenkorting zijn namelijk fiscale voordelen die verband houden met de persoonlijke en gezinssituatie die de woonstaat, Zwitserland, in aanmerking dient te nemen. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wetboek van Strafvordering 6

Wet inkomstenbelasting 2001 9.2

Wet inkomstenbelasting 2001 7.8

Wet op de loonbelasting 1964 22b

Wet op de loonbelasting 1964 20

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Europees belastingrecht

Editie: 22 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

53

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen