X is bestuurder of UBO van vijf gelieerde rechtspersonen. Deze rechtsperonen hebben twee jaar lang BTW-aangiften gedaan, waarmee werd gepoogd om in totaal ruim € 7 mln. aan onterechte teruggaven te krijgen. Volgens de officier van justitie zat X hier als feitelijk leidinggever achter. Uiteindelijk heeft de Belastingdienst ruim € 104.000 uitbetaald.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat X de ten laste gelegde aangiften heeft ingediend en daarmee fraude heeft gepleegd. De verdediging maakt met vluchtgegevens van X niet aannemelijk dat hij elders verbleef toen twee andere aangiften werden ingediend. De vluchten sluiten namelijk niet uit dat X vanuit het buitenland toch naar de bewuste plaats is gevlogen. Bovendien zijn deze aangiften niet ten laste gelegd. Mede gelet op het hoge bedrag dat is beoogd te onttrekken aan de staatskas en het gerealiseerde benadelingsbedrag wordt een celstraf opgelegd van 18 maanden, waarvan zes voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 69