Hof Den Haag oordeelt dat de DGA van X BV bij de onderhandelingen onjuiste feitelijke inlichtingen aan de inspecteur heeft verstrekt, zodat de inspecteur zich terecht op dwaling beroept.

X BV is als holding actief in de vastgoedsector en is de moedermaatschappij van een VPB-fiscale eenheid. Eén van haar dochters verhuurt een woning aan een zoon van haar enig aandeelhouder. Eind 2017 wordt de woning (inclusief garage) aan de zoon verkocht voor € 246.760. Volgens de inspecteur was de huur onzakelijk laag en had de verkoopprijs € 914.000 moeten zijn. In geschil zijn de winstcorrecties bij X BV. Volgens X BV was eerder een compromis gesloten. Rechtbank Den Haag oordeelt echter dat de inspecteur niet meer is gebonden aan het compromis. X BV gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de DGA van X BV bij de onderhandelingen onjuiste feitelijke inlichtingen aan de inspecteur heeft verstrekt, zodat de inspecteur zich terecht op dwaling beroept. Er is door de te lage huur en verkoopprijs een winstuitdeling van in totaal € 820.000 aan de DGA gedaan. De inspecteur heeft de winst van X BV terecht gecorrigeerd, doch met een te hoog bedrag. Het voor het jaar 2017 vastgestelde verlies dient te worden verhoogd met een bedrag van € 94.000. Voorts is niet meer in geschil dat bij de vaststelling van de verliesbeschikking 2017 alsnog rekening moet worden gehouden met de afschrijving van € 546.909 ter zake van een vliegtuig. Het beroep van X BV is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 6 228

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Verbintenissenrecht, Inkomstenbelasting

Editie: 14 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen