X is houder van een Porsche MACAN Turbo, waarvan de tenaamstelling in het Nederlandse kentekenregister op 30 juni 2023 is beëindigd. X verzoekt om een BPM-exportteruggaaf van € 5377. In geschil is of bij beschikking van 28 augustus 2023 terecht een terugaaf is verleend van € 2746. X ontvangt dit bedrag op 22 september 2023. Het op 26 oktober 2023 door de inspecteur ontvangen bezwaarschrift is wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X het vermoeden heeft ontzenuwd dat hij de teruggaafbeschikking heeft ontvangen. Zo komt het documentnummer niet voor in het verzendrapport waaruit de aanbieding aan PostNL zou moeten blijken en de adressering bevat een foutje (in de straatnaam is een “b” vermeld in plaats van een “ß”) die niet aan X is te wijten. Het bezwaar is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. X heeft op basis van de forfaitaire afschrijvingstabel per 30 juni 2023 geen recht op een hogere teruggaaf. De tenaamstelling van de auto in het kentekenregister is per 30 juni 2023 komen te vervallen. De inspecteur is bij de berekening van de hoogte van de teruggaaf dan ook terecht uitgegaan van de forfaitaire afschrijvingstabel zoals die gold op 30 juni 2023. X stelt vergeefs dat hij pas in juli 2023 definitief naar Duitsland is verhuisd en dat de auto pas op dat moment naar Duitsland is overgebracht. Het beroep is ongegrond.
Wetingang:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 artikel 14A
Algemene wet bestuursrecht artikel 6.7
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 23 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag