X laat een nieuwe woning bouwen met zonnepanelen in het dak. De stroom die X niet zelf gebruikt, levert hij aan het energiebedrijf. Niet in geschil is of X daarom BTW-ondernemer is. X verricht geen andere belaste activiteiten en rekent de woning tot zijn ondernemingsvermogen. X is van mening dat de BTW op de bouwkosten naar rato van de oppervlakte (panelen/woning) ook aftrekbaar is. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch is deze BTW niet aftrekbaar als voorbelasting. Aannemelijk is dat X de kosten ook zou hebben gemaakt als er geen zonnepanelen waren geplaatst. De in rekening gebrachte kosten ontberen dus een rechtstreeks en onmiddellijk verband met het tegen vergoeding leveren van energie. X gaat in cassatie.
Advocaat-Generaal Ettema is van mening dat de aftrek van voorbelasting moet worden berekend naar het werkelijke gebruik van de woning met geïntegreerde zonnepanelen als één geheel. Het hof heeft de kosten ten onrechte gesplitst in de kosten voor de zonnepanelen en de overige bouwkosten. De conclusie strekt tot gegrondverklaring van het beroep en tot verwijzing voor onderzoek naar de berekening van de aftrek van voorbelasting naar het werkelijke gebruik.
Wetingang:
Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 15
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 artikel 11
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 23 december
Informatiesoort: VN Vandaag