Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat vaststaat dat X de vereiste aangifte niet heeft gedaan. De bewijslast is dan ook terecht omgekeerd en verzwaard. X' detentie vormt daarbij geen bijzondere omstandigheid. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X exploiteert een onderneming. Bij die onderneming wordt een inval gedaan in het kader van een onderzoek naar mensenhandel. X wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden. Omdat X geen IB-aangiften indient, legt de inspecteur ambtshalve aanslagen IB/PVV op over 2010 en 2011. X is het daarmee niet eens. Daarbij is ook in geschil of de bewijslast terecht is omgekeerd en verzwaard.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N 2023/55.1.4) oordeelt dat vaststaat dat X de vereiste aangifte niet heeft gedaan. De bewijslast is dan ook terecht omgekeerd en verzwaard. X' detentie vormt geen bijzondere omstandigheid. Verder berust de aanslag IB/PVV 2010 op een redelijke schatting en is X niet geslaagd in haar bewijslast om aan te tonen dat de aanslag tot een te hoog bedrag is opgelegd. Voor het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2011 geldt dat de inspecteur dit terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in verband met termijnoverschrijding. De aanslagen blijven in stand. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 27E

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 27H

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 9 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen