X, maakt bezwaar tegen de WOZ-waarde 2021 van zijn onroerende zaak. Tijdens de hoorzitting over het bezwaar bepleit zijn gemachtigde een lagere waarde. De heffingsambtenaar komt volledig aan het bezwaar tegemoet. Desondanks stelt X beroep in. De rechtbank concludeert tot misbruik van recht nu de gemachtigde ondanks een volledige tegemoetkoming in bezwaar toch beroep instelt.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het instellen van beroep ondanks een volledige tegemoetkoming in bezwaar geen misbruik van procesrecht oplevert. Partijen hebben in bezwaar geen vaststellingsovereenkomst gesloten. Het instellen van beroep is geen misbruik van procesrecht omdat daarvoor onvoldoende concrete feiten en omstandigheden zijn. Wel stelt het hof vast dat X pas ter zitting gronden heeft aangevoerd, terwijl hij daartoe eerder uitdrukkelijk in de gelegenheid is gesteld. Omdat die werkwijze in strijd is met de goede procesorde, zouden de beroepsgronden terecht buiten beschouwing zijn gelaten. Omdat X niets opschiet met een dictumverandering van het beroep in eerste aanleg, ongegrond in plaats van niet-ontvankelijk, is zijn hoger beroep ongegrond.
Wetingang:
Burgerlijk Wetboek Boek 3 artikel 13
Wet waardering onroerende zaken artikel 17
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 27 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag