X en Y hebben een aanmerkelijk belang in een BV. Zij houden 99,75% van de certificaten van de aandelen in de BV en 0,25% van de aandelen. Zij zijn tevens bestuurders van de stichting administratiekantoor die deze aandelen houdt en Y is de statutaire bestuurder van de BV. In de jaren 2015 t/m 2018 laat de BV advieswerk verrichten over bedrijfsopvolging in familieverband. De kosten hiervan worden volledig aan de BV gefactureerd en ten laste van haar resultaat geboekt. De inspecteur merkt deze kosten aan als privékosten van X en Y, omdat de advisering hun persoonlijke belangen dient. Hij verhoogt daarop de belastbare inkomens uit aanmerkelijk belang van X en Y.In geschil is of de door de BV betaalde advieskosten een verkapte winstuitdeling aan X en Y vormen, waarbij is voldaan aan de dubbele bewustheid.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de advieskosten geen zakelijke kosten zijn, maar privékosten ter bevrediging van persoonlijke behoeften van X en Y. Y is zowel bestuurder als certificaathouder, beheert de financiële zaken en moet zich redelijkerwijs bewust zijn geweest dat betaling van deze kosten door de BV hem als aandeelhouder bevoordeelt. Dat hij fiscaal advies heeft ontvangen waarin deze kosten als zakelijk werden bestempeld, doet hier niet aan af; de kennis van de adviseur wordt aan hem toegerekend. Daarmee is voldaan aan het dubbele bewustheidsvereiste en is sprake van een winstuitdeling. De beroepen zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.12
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting
Informatiesoort: VN Vandaag
Editie: 5 september