Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV na het sluiten van de crediteurenakkoorden slechts een deel van de facturen hoeft te voldoen en daardoor eerder in aftrek gebrachte BTW is verschuldigd. X BV slaagt niet in haar bewijslast dat sprake is van een finale kwijting waarmee aan alle betalingsverplichtingen is voldaan.

X BV is een fiscale eenheid omzetbelasting die eind 2020 moeite had om aan haar financiële verplichtingen te voldoen. In verband daarmee, verzoekt zij haar concurrente crediteuren om akkoord te gaan met een betaling van 20% van de openstaande facturen die op 1 januari 2021 opeisbaar zijn en meer bedragen dan € 1000. X BV heeft de BTW op deze facturen van haar crediteuren eerder volledig in aftrek gebracht. Een groot deel van haar crediteuren gaat akkoord met dit voorstel. Met een aantal crediteuren maakt X BV aanvullende afspraken. Volgens de inspecteur is X BV een deel van de eerder in aftrek gebrachte BTW verschuldigd, omdat zij als gevolg van het crediteurenakkoord een deel van de facturen niet hoeft te betalen. De inspecteur legt een BTW-naheffingsaanslag op. In geschil is onder andere of X BV, als gevolg van de afspraken met haar crediteuren, een deel van de eerder in aftrek gebrachte BTW verschuldigd is. 

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV na het sluiten van de crediteurenakkoorden slechts een deel van de facturen hoeft te voldoen en daardoor eerder in aftrek gebrachte BTW is verschuldigd. X BV slaagt niet in haar bewijslast dat sprake is van een finale kwijting waarmee aan alle betalingsverplichtingen is voldaan. Voor de crediteuren die akkoord zijn gegaan met betaling van 20% van de openstaande facturen, is volgens de rechtbank sprake van een kwijtschelding. Daarnaast maakt X BV voor de crediteuren waarmee zij aanvullende afspraken is overeengekomen niet aannemelijk dat sprake is van een (vervangende) verbintenis die betaling in de vorm van schuldvernieuwing inhoudt. De verzuimboete boete wordt verminderd, omdat sprake is van een pleitbaar standpunt. In zoverre is X' beroep gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 29

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Omzetbelasting

Editie: 1 december

Informatiesoort: VN Vandaag

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen