De Douane zou in de voornemenfase (de fase vóór bezwaar en beroep) inzage moeten bieden in de stukken waarop zij de voorgenomen beslissing baseert. Daarnaast dient de informatiehuishouding en dossieropbouw verbeterd te worden. Dit staat in de eerste bevindingen van het IBTD-onderzoek naar rechtsbescherming van ondernemers bij geschillen over douaneheffingen. Minister Heinen van Financiën deelt de eerste bevindingen met de Tweede Kamer.

Het onderzoek is gestart na verkennende gesprekken met medewerkers van de Douane en ondernemers. Ondernemers ervaren dat bij geschillen over correcties de Douane zich vaak beroept op de letter van de wet zonder oog te hebben voor hun kant van het verhaal. Douanemedewerkers ervaren op hun beurt dat Europese wet- en regelgeving weinig ruimte biedt om de belangen van ondernemers mee te wegen. In de voornemenfase biedt de Douane de ondernemer genoeg gelegenheid om zijn standpunt kenbaar te maken, maar heeft de Douane weinig aandacht voor de invulling van de rechtsbescherming. Uit de eerste bevindingen wordt duidelijk dat in meer dan de helft van de gevallen de Douane verwijst naar het recht van de ondernemer op inzage van stukken. Ook laat de Douane vaak onduidelijk hoe zij aankijkt tegen argumenten en bewijsstukken van de ondernemer. Dit wordt ook niet duidelijk genoeg gemotiveerd bij de definitieve navordering. Vervolgens is de informatiehuishouding van de Douane niet helemaal op orde. Relevante stukken moeten uit verschillende systemen vandaan komen en dossiers zijn niet compleet. De verwachting is dat het eindrapport in de eerste helft van 2026 gepubliceerd wordt.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 8 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen