In het besluit worden de volgende wijzigingen nader toegelicht:
-
Wijzigingen in verband met de regeling leegwaarderatio;
-
Verlaging pensioengevend loon bij werken in deeltijd;
-
Wijzigingen Uitvoeringsbesluit minimumbelasting 2024;
-
Beëindigen nadere regels ten behoeve van de teruggaafregeling voor bedrijfswagenparken in de motorrijtuigenbelasting;
-
Beëindigen nadere regels ten behoeve van de kwarttarieven in de motorrijtuigenbelasting voor kermis- of circusexploitanten en motorrijtuigen die zijn ingericht als werktuig of werkplaats;
-
Uitbreiding van de stadsverwarmingsregeling in de energiebelasting;
-
Stroomlijning fiscaal inzagerecht.
De in het besluit opgenomen wijzigingen zijn voornamelijk technisch van aard. Ook zijn de budgettaire consequenties nihil, behoudens de maatregel Uitbreiding stadsverwarmingsregeling in de energiebelasting (paragraaf 2.6).
Het eindejaarsbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2026. Voor een aantal wijzigingen is in een inwerkingtreding met terugwerkende kracht of een afwijkende datum van inwerkingtreding voorzien.
Wetingang:
Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 artikel 17A
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 artikel 10B
Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 artikel 10A
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 artikel 1
Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994 artikel 6
Uitvoeringsbesluit Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964 artikel 1
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen, Schenk- en erfbelasting, Milieuheffingen, Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 24 december
Informatiesoort: VN Vandaag