Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een herroeping van een schenking om fiscale motieven er niet toe leidt dat die schenking met terugwerkende kracht voor fiscale doeleinden teniet is gedaan. X heeft daarom geen recht op de eigenwoningvrijstelling voor de schenking in 2021, omdat de eerder toegepaste eenmalig verhoogde vrijstelling uit 2017 hieraan in de weg staat.

X en haar broer ontvangen in 2017 ieder een schenking van hun ouders en doen aangiften schenkbelasting met toepassing van de eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling. In de aangiften geven zij aan dat de schenking niet herroepbaar is, terwijl de overgelegde schenkingsovereenkomst een herroepingsclausule bevat. In 2021 ontvangen X en haar broer opnieuw een schenking van hun ouders, ditmaal ten behoeve van de eigen woning, en doen zij aangiften schenkbelasting met een beroep op de eigenwoningvrijstelling. De inspecteur weigert deze vrijstelling, omdat X in 2017 al gebruik heeft gemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling. In de bezwaarfase overlegt X een verklaring van herroeping van de schenking uit 2017, waarin wordt gesteld dat de schenking is omgezet in een renteloze lening. X stelt dat deze herroeping terugwerkende kracht heeft, zodat zij in 2021 alsnog recht heeft op de eigenwoningvrijstelling. De inspecteur betwist dit en voert aan dat de herroeping geen fiscale terugwerkende kracht heeft en dat het beroep op het beleid van de staatssecretaris niet slaagt, omdat de herroeping om fiscale redenen plaatsvindt. In beroep is in geschil of de omstandigheid dat in 2017 al een beroep is gedaan op de eenmalig verhoogde vrijstelling, ertoe leidt dat in 2021 de eigenwoningvrijstelling niet meer kan worden toegepast

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een herroeping van een schenking om fiscale motieven er niet toe leidt dat die schenking met terugwerkende kracht voor fiscale doeleinden teniet is gedaan. X heeft daarom geen recht op de eigenwoningvrijstelling voor de schenking in 2021, omdat de eerder toegepaste eenmalig verhoogde vrijstelling uit 2017 hieraan in de weg staat. Verder oordeelt de rechtbank dat het beroep op het beleid van de staatssecretaris niet slaagt, omdat de herroeping van de schenking is ingegeven door fiscale motieven. Het beleid staat alleen open voor herroepingen om niet-fiscale redenen. X' beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 33

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Schenk- en erfbelasting

Editie: 29 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

59

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen