Ter voorbereiding van het nemen van een beslissing over de cassatieprocedure over de hoogte van het belastingrentepercentage op de belastingaanslag vennootschapsbelasting geeft de Hoge Raad iedereen tot en met vrijdag 20 juni 2025 de gelegenheid om ‘mee te denken’. De Hoge Raad maakt hiermee gebruik van het instrument van de ‘amicus curiae’.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op vergoeding van belastingrente omdat de belastingkorting niet voortvloeit uit de ingediende aangifte, maar uit een afzonderlijke beschikking.

Hof Amsterdam oordeelt dat het verzoek om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen niet tijdig is ingediend en daarom terecht is afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur een redelijke schatting heeft gemaakt van de winstuitdelingen door Q BV aan X. De winstuitdelingen zijn namelijk gebaseerd op de door Q BV niet aangegeven omzet.

De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof omdat het oordeel van het hof over het grootschalige karakter van het delict niet zonder meer begrijpelijk is.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op volledige voorkoming van dubbele belasting voor zijn salaris, omdat hij ook buiten Irak werkzaamheden heeft verricht.

Ter voorbereiding van het nemen van een beslissing over de cassatieprocedure over de hoogte van het belastingrentepercentage op de belastingaanslag vennootschapsbelasting geeft de Hoge Raad iedereen tot en met vrijdag 20 juni 2025 de gelegenheid om ‘mee te denken’. De Hoge Raad maakt hiermee gebruik van het instrument van de ‘amicus curiae’.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op vergoeding van belastingrente omdat de belastingkorting niet voortvloeit uit de ingediende aangifte, maar uit een afzonderlijke beschikking.

Hof Amsterdam oordeelt dat het verzoek om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen niet tijdig is ingediend en daarom terecht is afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur een redelijke schatting heeft gemaakt van de winstuitdelingen door Q BV aan X. De winstuitdelingen zijn namelijk gebaseerd op de door Q BV niet aangegeven omzet.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur X tijdig heeft medegedeeld dat voor de uitspraak op bezwaar redelijkerwijs noodzakelijke informatie in het buitenland was opgevraagd, zodat de termijn voor het doen van uitspraak van rechtswege is opgeschort tot de dag waarop deze informatie is ontvangen of verder uitstel niet meer redelijk is.