X heeft de Iraanse nationaliteit. Haar echtgenoot start op 1 september 2022 een MBA-opleiding in Nederland en woont hier vanaf 24 september 2022. X staat sinds 18 april 2023 ingeschreven op het adres van haar echtgenoot en ontvangt een tijdelijke verblijfsvergunning, onder de voorwaarde dat zij bij haar partner woont. Op die datum sluit zij een Nederlandse zorgverzekering af en ontvangt zorgtoeslag. X werkt tot eind november 2023 bij Y Co. in Iran en sluit op 19 oktober 2023 een arbeidsovereenkomst met haar Nederlandse werkgever, waarbij zij op 1 december 2023 in dienst treedt. Tot haar indiensttreding beschikt zij over een woning en auto in Iran, een lening bij een Iraanse bank en diverse bankrekeningen. In 2023 reist zij meerdere keren tussen Iran en Nederland. In haar aangifte inkomstenbelasting vermeldt zij dat zij vanaf 19 april 2023 inwoner is van Nederland. X stelt dat zij tot haar indiensttreding in Iran woont en werkt, en dat de sollicitatieprocedure digitaal verloopt terwijl zij in Iran verblijft. De inspecteur betwist dit en wijst op haar inschrijving, verblijfsvergunning en zorgverzekering in Nederland.
In geschil is of X bij het aangaan van haar arbeidsovereenkomst uit een ander land is aangeworven in de zin van de 30%-regeling.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X op 19 oktober 2023 al een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had. Zij woonde samen met haar echtgenoot in Nederland, beschikte over een verblijfsvergunning, zorgverzekering en woning, en gaf in haar aangifte aan dat zij sinds april 2023 inwoner is. De rechtbank volgt het standpunt van de inspecteur dat deze omstandigheden maken dat X op het moment van aanwerving in Nederland woonde. De rechtbank benadrukt dat naast de band met Nederland ook een band met Iran kan bestaan, maar dit doet niet af aan de kwalificatie als inwoner van Nederland. Hierdoor is geen sprake van aanwerving uit een ander land en voldoet X niet aan de voorwaarden van de 30%-regeling. Het beroep is ongegrond.
Wetingang:
Wet op de loonbelasting 1964 artikel 31A
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 artikel 10EA
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 artikel 10E
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Loonbelasting
Editie: 10 november
Informatiesoort: VN Vandaag