Het Hof van Justitie van de EU oordeelt dat invorderingshandelingen die een schuldeiser bij een derde verricht zonder opdracht of volmacht van de schuldenaar geen dienst onder bezwarende titel ten gunste van die schuldenaar is of daarmee gelijk gesteld kan worden.

Svilosa AD is een in Bulgarije gevestigde handelsonderneming die hoofdzakelijk als holding actief is. Bij een controle is vastgesteld dat zij voorbelasting aftrekt voor de juridische diensten van in de Verenigde Staten gevestigde advocaten. Svilosa heeft namelijk ooit een lening verstrekt aan stichting, die een benefietconcert zou organiseren. Het concert is uiteindelijk niet doorgegaan en Svilosa heeft de hulp van advocaten ingeroepen om diverse personen te dagvaarden die hun verplichtingen in dat kader niet zijn nagekomen. Volgens de inspecteur kan Svilosa bij het om niet verrichten van diensten geen aftrek van voorbelasting claimen. In geschil is de BTW-naheffing van circa € 260.000. De Bulgaarse rechter stelt hierover een prejudiciële vraag.

Het Hof van Justitie van de EU oordeelt dat invorderingshandelingen die een schuldeiser bij een derde verricht zonder opdracht of volmacht van de schuldenaar geen dienst onder bezwarende titel ten gunste van die schuldenaar is of daarmee gelijk gesteld kan worden. Svilosa heeft geen vergoeding ontvangen van de stichting in verband met die handelingen en de teruggevorderde bedragen zijn ook niet betaald als tegenprestatie van de stichting.

Wetingang:

Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde artikel 2

Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde artikel 26

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht

Editie: 7 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen