Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij X noch sprake is van aftrekbare, noch van belaste alimentatie.

X en haar ex-echtgenoot zijn gezamenlijk eigenaar van een woning en een verhuurd bedrijfspand. X woont in de woning. De ex-echtgenoot betaalt de volledige hypotheekrente voor die woning, maar eist ook alle huurinkomsten van het bedrijfspand op. X neemt in haar IB-aangifte haar aandeel in de aftrek eigen woning in aanmerking. De inspecteur corrigeert de aftrek en neemt het aandeel van X in de aftrek eigen woning in aanmerking als ontvangen alimentatie. In geschil is of X recht heeft op haar aandeel in de aftrek eigen woning en of sprake is van de belaste en aftrekbare alimentatie.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij X noch sprake is van aftrekbare, noch van belaste alimentatie. De door X niet-ontvangen huurinkomsten kunnen bij haar niet worden aangemerkt als uitgaven voor onderhoudsverplichtingen. Uit niets blijkt namelijk dat X tot betaling van partneralimentatie is gehouden. Voorts is bij X ten onrechte € 6.813 aan ontvangen alimentatie in aanmerking genomen in verband met de voldoening door de ex-echtgenoot van X’ aandeel in de hypotheeklasten. Ook de ex-echtgenoot is namelijk niet gehouden tot betaling van partneralimentatie. De hypotheeklasten drukken bovendien op X, en zijn bij haar aftrekbaar, namelijk door verrekening met X’ vordering op de ex-echtgenoot vanwege de huurinkomsten. Alleen het woongenot van de woning vormt voor X ontvangen alimentatie. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.3

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Wet inkomstenbelasting 2001 3.101

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 14 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

32

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen