Hof Den Haag oordeelt dat partijen bij de totstandkoming van het compromis de (geraamde) afschrijvingen op bedrijfsgebouwen en -terreinen expliciet hebben meegewogen, zodat de kosten van het vastgoed onderdeel zijn van het compromis.

X BV is als holding primair actief in de vastgoedsector. B BV is onderdeel van haar fiscale eenheid (FE) voor de VPB en exploiteert een paardenhouderij. De directie van B BV bestaat uit familieleden van de enig aandeelhouder van X BV, de heer A. De zoon van A voert de dagelijkse leiding uit van B BV. Vanaf 2003 behaalt B BV alleen maar verliezen. Eind 2018 wordt een compromis met de inspecteur gesloten. Het compromis behelst dat B BV, met uitzondering van het vastgoed, in 2019 wordt ondergebracht in een nieuwe BV van de zoon. Het vastgoed blijft achter in de FE en wordt tegen een zakelijke prijs aan de nieuwe BV verhuurd. In geschil is of X BV het vastgoed van de paardenhouderij in 2018 nog kan afwaarderen met € 883.577. Volgens Rechtbank Den Haag staat het compromis deze afwaardering niet toe. Er is namelijk afgesproken dat geen hogere lasten in mindering op de fiscale winst zullen worden gebracht dan de (geschatte) exploitatieverliezen van B BV in 2017 en 2018. Dit is niet voor een andere uitleg vatbaar. X BV stelt in hoger beroep dat B BV zowel een paardenbedrijf als vastgoed exploiteert en dat het compromis enkel over de paarden gaat.

Hof Den Haag oordeelt dat partijen bij de totstandkoming van het compromis de (geraamde) afschrijvingen op bedrijfsgebouwen en -terreinen expliciet hebben meegewogen, zodat de kosten van het vastgoed onderdeel zijn van het compromis. Bovendien is de beperkte uitleg van het compromis door X BV evident in strijd met de bedoeling van de inspecteur om onverwachte verliesneming door B BV in 2017 en 2018 te voorkomen. Het maakt niet uit dat in strijd met het compromis alsnog de voorraad paarden is afgewaardeerd met € 170.094. Het belastbare bedrag is eerder te laag dan te hoog. Het beroep van X BV is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 10 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen