X heeft besloten het verzoek om zekerheid vooraf over de toepassing van art. 10.5 Wet MB 2024 ten aanzien van een aantal specifieke grensoverschrijdende beleggingen in te trekken. Tijdens de behandeling van het verzoek is naar voren gekomen dat de waardering in de financiële verslaggeving niet plaatsvindt op grond van de nettovermogenswaarde. X heeft door het veranderde feitencomplex geen behoefte meer aan zekerheid vooraf. Er is dus geen vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen.

X is een vennootschap opgericht naar het recht van Nederland en feitelijk in Nederland gevestigd. X is onderdeel van een concern actief in de zakelijke dienstverlening. Het concern oefent bedrijfseconomische operationele activiteiten uit in Nederland, die worden uitgeoefend door meer dan 1000 werknemers. X is op basis van de omvangscriteria onderworpen aan de Wet MB 2024. X heeft een beleggingsportefeuille. Zij belegt onder andere in (sub)fondsen die beheerst worden door het recht van een andere EU-lidstaat en die niet in Nederland gevestigd zijn. X heeft in het verzoek aangegeven dat zij de belangen in de bewuste (sub)fondsen op basis van de nettovermogenswaarde waardeert in haar financiële verslaglegging.

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 900

Wet minimumbelasting 2024 10.5

[Nieuwsbron]

Rubriek: Minimumbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 30 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

123

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen