Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn dat de Belastingdienst etnisch profileert. De inspecteur geeft plausibele redenen voor het controleren van X’ aangiften, zoals eerdere fiscale correcties en aangiftegedrag, en X levert geen bewijs voor haar stelling.

X drijft een onderneming in voetverzorging en werkt samen met de onderneming van haar echtgenoot. Voor de jaren 2018 en 2019 dient X aangiften IB/PVV in, waarbij zij autokosten en scholingsuitgaven aftrekt. De inspecteur wijkt af van de aangiften, weigert deze aftrekken, stelt hogere belastbare inkomens vast en verrekent in 2019 niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek uit eerdere jaren. X gaat in bezwaar en (hoger) beroep. In hoger beroep voert X naast de kernvraag over de hoogte van de aanslag ook procedurele vragen aan, waaronder vermeende etnische profilering. 

In hoger beroep is in geschil of sprake is van procedurele schendingen waaronder etnische profilering.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn voor etnisch profileren door de Belastingdienst. De inspecteur geeft plausibele redenen voor het controleren van X’ aangiften, zoals eerdere fiscale correcties en aangiftegedrag, en X levert geen bewijs voor haar stelling. 

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 47

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 15 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

29

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen