Bedrijfstakpensioenfonds X is uitvoerder van een pensioenregeling en daarom BTW-ondernemer. X verricht één samengestelde dienst die bestaat uit het uitvoeren van de pensioenovereenkomsten die zijn afgesloten tussen de werkgever en de werknemer. De activiteiten van X zijn vrijgesteld van assurantiebelasting. Een werknemer heeft bij het intreden van het verzekerde risico recht op een pensioenuitkering als hij wordt aangemerkt als deelnemer voor de pensioenregeling. Dit geldt ook als de werkgever geen premie heeft betaald. X heeft over het tijdvak 1 oktober 2017 tot en met 31 december 2017 omzetbelasting op aangifte voldaan. Tegen deze voldoening heeft zij bezwaar en beroep ingediend. Rechtbank Noord-Nederland heeft het beroep van X gegrond verklaard. De inspecteur gaat in hoger beroep. In hoger beroep is in geschil of de diensten van X vallen onder de vrijstelling voor verzekeringshandelingen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het uitvoeren van de pensioenovereenkomsten niet kwalificeert als verzekeringshandelingen, zodat de BTW-verzekeringsvrijstelling niet van toepassing is en X recht heeft op aftrek van voorbelasting. Er wordt niet voldaan aan de voorwaarde dat de verzekeraar zich verbindt bij het voordoen van het risico de uitkering te doen tegen voorafgaande betaling van een premie, vanwege het ontbreken van een rechtstreeks verband tussen de premiebetaling en het recht op een pensioenuitkering. De premie is belast met BTW. Als maatstaf van heffing geldt de volledige premie inclusief de opslag. Daarom heeft X niet teveel BTW op aangifte voldaan. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 11

Wet op de omzetbelasting 1968 artikel 8

Pensioenwet artikel 128