X BV sluit op 29 april 2021 een overeenkomst voor de koop en de oplevering van een nagenoeg voltooid belichtingssysteem in twee kassen van haar kwekerij. Op 30 december 2021 meldt zij de investering aan voor een energie-investeringsaftrek. De minister weigert echter om de gevraagde EIA-verklaring af te geven. Volgens de minister is namelijk geen sprake van voortbrengingskosten, maar van aanschaffingskosten. Nu sprake is van aanschaffingskosten, had X BV de aanvraag voor de EIA-verklaring uiterlijk drie maanden na het aangaan van de verplichting ter zake van de investering in het belichtingssysteem moeten aanmelden. X BV is het hier niet mee eens, volgens haar is er wel degelijk sprake van voortbrengingskosten. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de afgifte van de verzochte EIA-verklaring terecht heeft geweigerd. Hij heeft de door X BV in verband met de investering in het belichtingssysteem gemaakte kosten terecht aangemerkt als aanschaffingskosten. Het CBB overweegt daarbij dat de led-lampen als belichtingssysteem een afzonderlijk bedrijfsmiddel vormen. Ook de kosten voor het monteren van de led-lampen vormen aanschaffingskosten. Daaraan doet niet af dat de software van de klimaatcomputer en de klimaatbeheersing onder regie van X BV is aangepast voor het creëren van optimale condities voor de gerberateelt. Het gelijk is aan de minister. X BV gaat in cassatie.
Advocaat-generaal Koopman concludeert dat de op de aanschaf van het belichtingssysteem betrekking hebbende kosten evident geen voortbrengingskosten zijn, maar aanschaffingskosten. De afgifte van de verzochte EIA-verklaring is dan ook terecht geweigerd. De investering betreft namelijk door de leverancier geleverde ledlampen met ‘brackets’ en ‘converters’ en door de leverancier verrichte ‘arbeid omhangen’. Dat de ledlampen, ‘brackets’ en ‘converters’ na de aanschaf ervan door X BV zelf zijn ingebouwd en samengebracht in een systeem dat op zichzelf een groter bedrijfsmiddel of onderdeel daarvan is, en dat X BV dat grotere systeem zelf heeft vervaardigd, is dan niet van belang. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren. Wel doet de A-G nog enige voorstellen om de procedurele gang van zaken bij cassatieberoepen op CBb-uitspraken aan te passen.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001 3
Wet inkomstenbelasting 2001 3.42
Instantie: Hoge Raad (Parket)
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 9 juli
Informatiesoort: VN Vandaag