Het Duitse hoofddouanekantoor C verleent op 1 december 2014 een vergunning voor passieve veredeling aan A-GmbH. De vergunning betreft de productie, door een in Zwitserland gevestigd bedrijf van grondnotenolie als veredelingsproduct dat het resultaat is van veredeling of verwerking. De tijdelijk uitgevoerde goederen waren ruwe grondnotenolie. In deze vergunning worden twee Duitse douanekantoren aangewezen voor de plaatsing van de tijdelijk uitgevoerde goederen. De douaneregeling kon bij eender welk Duits douanekantoor worden gezuiverd. In de periode van juni 2015 - september 2017 koopt A GmbH ruwe grondnotenolie in Nederland. De olie wordt daar in het vrije verkeer gebracht. De goederen worden bij een douanekantoor in Nederland aangegeven voor rechtstreekse uitvoer naar Zwitserland. HDK C vordert vervolgens douanerechten na van A GmbH omdat zij de goederen niet had aangegeven onder de juiste regelingcode bij de in de vergunning aangewezen Duitse douanekantoren. A GmbH kan dan volgens HDK C namelijk niet gebruik maken van de regeling passieve veredeling. A GmbH is het daar niet mee eens. De Duitse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak. Deze rechter wil onder andere weten of de gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten na toepassing van de regeling passieve veredeling is uitgesloten wanneer de douaneaangifte voor de tijdelijk uitgevoerde goederen is aanvaard door een douanekantoor dat in de vergunning voor passieve veredeling niet wordt genoemd als douanekantoor voor de plaatsing onder de douaneregeling.
Advocaat-generaal Brkan concludeert dat het in strijd met het EU-recht is dat de gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten in het kader van de regeling passieve veredeling wordt toegepast omdat de goederen zijn aangegeven bij een Nederlands kantoor van plaatsing. De douaneautoriteit had namelijk niet vooraf ingestemd met de afgifte van een grensoverschrijdende vergunning voor het gebruik van de regeling passieve veredeling voor dit kantoor. Verder is de A-G van mening dat art. 150 lid 2 CDW aldus moet worden uitgelegd dat het niet van toepassing is.
Wetingang:
Communautair Douanewetboek (CDW) artikel 85
Communautair Douanewetboek (CDW) artikel 145
Verordening (EU) nr. 952/2013 vaststelling douanewetboek van de Unie artikel 211
Verordening (EU) nr. 952/2013 vaststelling douanewetboek van de Unie artikel 259
Instantie: Gerecht van de Europese Unie
Rubriek: Europees belastingrecht, Douane
Editie: 2 december
Informatiesoort: VN Vandaag