X is een zogenaamde 'autonoom' en claimt in zijn – veel te laat ingediende – IB-aangifte over 2021 een aftrekbare periodieke gift van € 10.750 aan de Staat der Nederlanden te hebben gedaan. In geschil is of dit terecht is gecorrigeerd en of terecht een verzuimboete van € 385 is opgelegd. Volgens X is de Staat der Nederlanden een algemeen nut beogende instelling (ANBI) en daarom zou alles wat aan de Staat is betaald aftrekbaar zijn als gift. De aanslag zou niet rechtsgeldig zijn door het ontbreken van een naam en 'natte' handtekening in de correspondentie van de Belastingdienst en het niet bestaan van de Grondwet. In beroep dient de inspecteur met succes een geheimhoudingsverzoek in met betrekking tot degenen die namens hem op de zitting zullen verschijnen. Voor de zitting is aan de hand van hun legitimatiebewijzen vastgesteld dat de verschenen personen in de mandaatbesluiten staan.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat betalingen van uit de wet voortvloeiende belastingen en heffingen geen bevoordelingen uit vrijgevigheid zijn. De giftenaftrek is dus terecht gecorrigeerd. Dit is inmiddels vaste jurisprudentie (zie Hof s’-Hertogenbosch 9 januari 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:69, V-N 2020/15.25.2 en laatstelijk Rb Zeeland-West-Brabant 3 januari 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:11, V-N Vandaag 2025/234). De stellingen van X over de rechtsgeldigheid van de aanslag worden verworpen. De boete is passend en geboden. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.35

Wet inkomstenbelasting 2001 6.34

Wet inkomstenbelasting 2001 6.33