Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op een hogere aftrek voor extra vervoerskosten, omdat zij niet aannemelijk maakt dat zij meer kosten heeft gemaakt dan door de inspecteur is vastgesteld.

X is gehuwd en heeft samen met haar partner twee kinderen, geboren in 2013 en 2015. In 2022 dient X aangifte IB/PVV 2021 in, waarin zij een aftrek voor specifieke zorgkosten opvoert, waaronder extra vervoerskosten in verband met ziekte of invaliditeit. Deze kosten zien vooral op het vervoer van haar kind naar speciaal onderwijs en medische afspraken. De partner ontvangt looninkomsten en een persoonsgebonden budget voor het kind. De inspecteur vraagt om nadere informatie; X verstrekt berekeningen, medische verklaringen en geeft aan geen Wmo-vergoeding te hebben aangevraagd. In 2021 beschikken X en haar partner over twee auto’s, waarvan de kilometerstanden zijn geregistreerd. De inspecteur stelt de aanslag vast met een lagere aftrek voor vervoerskosten, gebaseerd op NIBUD-tabellen voor een vergelijkbare maatman. X maakt bezwaar en stelt beroep in, waarbij zij betoogt dat de maatmanmethode onjuist is en dat zij 25.000 extra leefkilometers tegen € 0,30 per kilometer heeft gereden. De inspecteur betwist dit en baseert zijn berekening op de feitelijke kilometerstanden en het gemiddelde bestedingspatroon.

In geschil is of X aannemelijk maakt dat zij recht heeft op een hogere aftrek voor extra vervoerskosten dan door de inspecteur is vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat zij meer extra vervoerskosten heeft gemaakt dan door de inspecteur is geaccepteerd. De rechtbank past de wettelijke maatmanvergelijking toe en toetst de opgevoerde kilometers aan de geregistreerde kilometerstanden van de auto’s. De rechtbank acht het onaannemelijk dat X het gestelde aantal extra kilometers heeft gereden en verwerpt haar stelling. De inspecteur heeft reeds een ruim aftrekbedrag toegekend op basis van de NIBUD-norm. Het beroep is ongegrond en de aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 6.20

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 25 september

Informatiesoort: VN Vandaag

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen