Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat maatschap X geen recht heeft op hogere rentevergoedingen in verband met de ontvangen BTW-teruggaaf.

Maatschap X trekt voorbelasting af in verband met de bouw van een woning, waarvan de zolder wordt toegerekend aan het bedrijfsvermogen. In hoger beroep wordt de teruggaaf voor het eerste kwartaal van 2015 vastgesteld op € 13.972. Op 17 oktober 2019 verleent de inspecteur een aanvullende teruggaaf van € 1644, waarbij € 252 belastingrente wordt vergoed. X stelt dat dit te weinig is en dat zij ook recht heeft op vergoeding van invorderingsrente. De rechtbank oordeelt dat X ongelijk heeft voor wat betreft de belastingrente, omdat bij uitspraak op bezwaar al € 502 is vergoed over de ambtshalve teruggaaf van € 10.685. X heeft wel recht op invorderingsrente, zijnde 4,77% enkelvoudige rente over € 10.685 over de periode van 1 mei 2015 tot 17 februari 2017 en 4,77% enkelvoudige rente over € 1644 over de periode van 1 mei 2015 tot 17 oktober 2019 minus de betaalde belastingrente. In hoger beroep is onder meer in geschil of de rechtbank bij de berekening van de rente over € 10.685 terecht is uitgegaan van de einddatum 17 februari 2017.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat met de ambtshalve beschikking van 17 februari 2017 sprake is van een beschikking als bedoeld in art. 30ha AWR die de vergoeding van belastingrente doet eindigen. De einddatum voor het vergoeden van invorderingsrente over de teruggaaf van € 10.685 is eveneens 17 februari 2017. Op dat moment is dat bedrag namelijk aan X terugbetaald en op haar bankrekening binnengekomen. De ontvanger heeft € 116 wettelijke rente vergoed ten aanzien van de € 502 belastingrente, die op 13 februari 2020 aan X is uitbetaald. Er is ten onrechte uitgegaan van 8%, het destijds geldende percentage voor handelsovereenkomsten. X stelt vergeefs dat de wettelijke rente te laag is vastgesteld. Het hoger beroep van X is ongegrond. 

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 30HA

Invorderingswet 1990 artikel 28B

Invorderingswet 1990 artikel 28C

Invorderingswet 1990

Algemene wet bestuursrecht artikel 4.98

Burgerlijk Wetboek

Burgerlijk Wetboek

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Invordering

Editie: 8 december

Informatiesoort: VN Vandaag

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen