X claimt in 2016 en 2017 zorgkostenaftrek voor de autokosten van haar leefkilometers. Volgens Rechtbank Gelderland verhogen een voorlopige IB-teruggaaf en toeslagen van X haar besteedbaar inkomen, wat van invloed is op de autokosten van de zogenaamde maatman. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X wel een immateriële schadevergoeding van € 2000. X stelt in hoger beroep dat haar besteedbaar inkomen in beide jaren te hoog is vastgesteld. Zo is de IB-teruggaaf grotendeels verrekend met nog openstaande belastingschulden en moeten de toeslagen voor een specifiek doel (zorg en huur) worden aangewend.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de verrekende IB-teruggaaf en de ontvangen toeslagen tot het besteedbare inkomen van X behoren. Het aflossen van belastingschulden en de ontvangen toeslagen hebben daar namelijk wel degelijk invloed op. Het beroep is uitsluitend gegrond, omdat de rechtbank een te lage griffierechtvergoeding heeft toegekend. X procedeerde niet zichtbaar op basis van een toevoeging, zodat vergeefs wordt geklaagd dat de inspecteur de vergoedingen aan de gemachtigde had moeten uitbetalen. X krijgt een griffierechtvergoeding van € 238 en de proceskostenvergoeding van € 555 moet worden uitbetaald aan haar rechtsbijstandverlener.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Wet inkomstenbelasting 2001 artikel 5.17

Algemene wet bestuursrecht artikel 8.75