X VOF exploiteert twee slijterijen en een groothandel in dranken en voedingsmiddelen. In 2014 en 2015 koopt X VOF alcoholhoudende dranken bij Y BV in België en in 2016 bij Z BV, eveneens uit België. X VOF beschikt niet over een accijnsvergunning. De goederen worden deels onder consignatie geleverd en soms direct bij klanten afgeleverd. In oktober 2018 kondigt de inspecteur een administratieve controle aan over de periode 2014-2018, gericht op de voldoening van Nederlandse accijns. Via Belgische autoriteiten ontvangt de inspecteur facturen zonder accijnsvermelding. Voor de levering door Z BV overlegt X VOF een factuur en een e-mail van de logistieke partner, waaruit blijkt dat accijns is voldaan. In november 2019 legt de inspecteur een naheffingsaanslag accijns op, met belastingrente en een verzuimboete. X VOF maakt bezwaar en stelt dat zij slachtoffer is van fraude door Y BV, dat de accijns al zou zijn voldaan, en dat de inspecteur het fair play-beginsel schendt door alleen X VOF aan te spreken. In hoger beroep is in geschil is of de naheffingsaanslag, verzuimboete en belastingrente terecht en naar de juiste bedragen zijn vastgesteld, en of sprake is van een individuele en buitensporige last.
Hof Den Haag oordeelt dat X VOF de accijnsgoederen fysiek voorhanden heeft gehad en dat de inspecteur voldoende onderzoek doet naar de herkomst van de goederen. Het hof stelt vast dat over de leveringen door Y BV geen Nederlandse accijns is voldaan, maar dat voor de levering door Z BV wel accijns is betaald, zodat de aanslag en boete dienovereenkomstig worden verminderd. Het hof verwerpt het beroep op het fair play-beginsel en het evenredigheidsbeginsel, omdat de inspecteur geen beleidsvrijheid heeft en het niet zinvol is om een naheffingsaanslag op te leggen aan een failliete partij. Het hof acht niet aannemelijk dat X VOF door de naheffing een individuele en buitensporige last ondervindt. De verzuimboete wordt ambtshalve verder gematigd vanwege de duur van de procedure en het aandeel van de leveringen door Z BV.
Wetsartikelen:
Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 9 september
Informatiesoort: VN Vandaag