Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het verzoek van X BV niet-ontvankelijk is. Haar verzoek had namelijk tegelijk met het intrekken van het hoger beroep moeten worden gedaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Aan X BV zijn diverse naheffingsaanslagen LB opgelegd. Rechtbank Gelderland handhaaft de aanslagen. X BV gaat in hoger beroep. Partijen bereiken vervolgens zelf een compromis. In geschil is of X BV twee maanden na het intrekken van haar beroep terecht verzoekt om de inspecteur alsnog te veroordelen tot een proceskosten- en schadevergoeding.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/51.1.7) oordeelt dat het verzoek van X BV niet-ontvankelijk is. Haar verzoek had namelijk tegelijk met het intrekken van het hoger beroep moeten worden gedaan. De termijnoverschrijding is ook niet verschoonbaar, ondanks dat de inspecteur heeft toegezegd dat het verzoek van X BV wel ontvankelijk zou zijn. Partijen hebben namelijk niet de vrijheid om afspraken te maken, waarbij van de wettelijke voorwaarden wordt afgeweken. Voor zover X BV klaagt over de hoogte van de vrijwillig door de inspecteur betaalde vergoeding en over het door hem niet nakomen van het compromis, dient X BV zich te wenden tot de civiele rechter. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75a
Algemene wet bestuursrecht 8:73a
Algemene wet bestuursrecht 8:108
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Informatiesoort: VN Vandaag
Editie: 8 mei