Advocaat-generaal Szpunar concludeert dat de reisbureauregeling niet van toepassing is op de Kaffeefahrten die P GmbH uitvoert. De A-G pleit namelijk voor een uitleg waarbij de handelingen van reisbureaus niet zien op handelingen die bestaan in de organisatie van uitstapjes in combinatie met de levering van goederen.

P-GmbH & Co. KG organiseert uitstapjes per touringcar naar aantrekkelijke toeristische locaties en verkoopt daarbij goederen (‘Kaffeefahrten’). De deelnemers ontvangen een maaltijd en kunnen deelnemen aan een aanvullend toeristisch programma. De reizen worden evenwel voornamelijk georganiseerd met het oogmerk om de deelnemers te laten participeren aan commerciële evenementen waarbij zij door P GmbH verkochte goederen kunnen aanschaffen. P GmbH neemt haar vervoerdiensten bij andere belastingplichtigen af en verricht ze vervolgens op eigen naam. De kosten voor de vervoersdienst worden niet gedekt door de bijdrage die P GmbH daarvoor van de deelnemers vraagt. Een toenemend aantal uitstapjes wordt uiteindelijk zelfs gratis aangeboden. De kosten worden gedekt door de inkomsten uit de verkoop van goederen. P GmbH brengt de haar in rekening gebrachte BTW in aftrek. Naar aanleiding van een controle stelt de Duitse Belastingdienst dat alleen BTW-aftrek is toegestaan voor de reizen die gratis worden aangeboden. Voor de andere reizen geldt de reisbureauregeling (art. 26 Zesde richtlijn). De Duitse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Advocaat-generaal Szpunar concludeert dat de reisbureauregeling niet van toepassing is op de Kaffeefahrten die P GmbH uitvoert. De A-G pleit namelijk voor een uitleg waarbij de handelingen van reisbureaus niet zien op handelingen die bestaan in de organisatie van uitstapjes in combinatie met de levering van goederen. Daarbij geldt dan dat de aan de deelnemers in rekening gebrachte vergoedingen niet volstaan om alle kosten voor de verwerving van de vervoerdiensten van andere belastingplichtigen te dekken en deze kosten voor het overige een bestanddeel van de prijs van die goederen uitmaken. Dit houdt dan ook in dat de gehele activiteit van P GmbH volgens de algemene regeling wordt belast.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting artikel 26

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Editie: 2 december

Informatiesoort: VN Vandaag

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen