Het kabinet wil niet vooruitlopen op de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel voor een centraal aandeelhoudersregister (CAHR) door de Tweede Kamer. Dit antwoorden Staatssecretaris Heijnen van Financiën en Minister Van Oosten van Justitie en Veiligheid naar aanleiding van vragen van de leden Van der Lee (GroenLinks-PvdA) en Van Nispen (SP).

Het initiatiefwetsvoorstel CAHR is sinds 2017 aanhangig bij de Tweede Kamer. Met het verzamelen en ontsluiten van informatie over aandelen en aandeelhouders op grond van dit voorstel, zou het een bijdrage moeten leveren aan de rechtszekerheid en de bestrijding van financiële criminaliteit. Het UBO-register verschilt hiervan in de zin dat deze niet tot doel heeft een overzicht te geven van aandeelhouders, maar inzicht te geven over of natuurlijke personen achter een entiteit daadwerkelijk zeggenschap hebben over de vennootschap. Daarnaast beoogt het CAHR informatie te bevatten over alle aandeelhouders, ongeacht de omvang van het belang. Omdat het CAHR en het UBO-register wezenlijk andere gegevens registreren, is het lastig ze te vergelijken in het kader van volledigheid en betrouwbaarheid. Doordat in het initiatiefwetsvoorstel de verdere uitwerking beperkt duidelijk wordt gemaakt, onthoudt het kabinet zich van een inhoudelijke beoordeling en de bepaling van de toegevoegde waarde.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Fiscaal ondernemingsrecht, Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 25 september

Informatiesoort: VN Vandaag

173

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen