Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het verzoek van Heβler om toekenning van de belastingaftrek moet worden afgewezen. De casemanager van de dienst ‘Rechten en plichten’ heeft namelijk ondubbelzinnig uiteengezet waarom hij geen recht heeft op de belastingaftrek. 

Michael Heβler is ambtenaar bij de Europese Commissie en ontvangt een toelage voor ten laste komende kinderen voor zijn twee dochters. Ook geniet hij een belastingaftrek. In 2021 verzoekt Heβler om verlenging van de toekenning van de belastingaftrek voor zijn dochters. Omdat een duidelijk antwoord uitblijft, dient Heβler een klacht in. Deze klacht wordt afgewezen. Heβler stelt beroep in. Het Gerecht (20 december 2023, T 369/22) verwerpt het beroep. Heβler dient daarop een verzoek om een hogere voorziening in.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het verzoek van Heβler om toekenning van de belastingaftrek moet worden afgewezen. De casemanager van de dienst ‘Rechten en plichten’ van het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten heeft namelijk op 27 augustus 2021 ondubbelzinnig uiteengezet waarom hij geen recht heeft op de belastingaftrek. Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU blijkt namelijk dat de belastingaftrek niet meer kan worden toegekend of verlengd wanneer geen recht meer bestaat op de toelage voor ten laste komende kinderen. Ook de EC heeft nog in het besluit tot afwijzing van de klacht gedetailleerd uiteengezet waarom de door Heβler gevraagde belastingaftrek niet is toegekend. 

[Bron uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht

Editie: 1 december

58

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen