X is vanaf 4 december 2014 X werkzaam voor een werkgever die gevestigd is in Guernsey. In het jaar 2019 is X fiscaal inwoner van Nederland en voert hij zijn werkzaamheden uit in Brunei, waarmee Nederland geen belastingverdrag heeft. In 2021 legt de inspecteur de aanslag IB/PVV 2019 op, zonder rekening te houden met een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. X maakt bezwaar tegen deze aanslag. In hoger beroep is in geschil of X recht heeft op een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat de inspecteur terecht geen rekening houdt met de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. X maakt niet aannemelijk dat hij in privaatrechtelijke dienstbetrekking staat tot een werkgever die is gevestigd in een EU-lidstaat of in een aangewezen staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 38