Hof Amsterdam oordeelt dat X geen recht heeft op de vrijstelling van overdrachtsbelasting bij de verkrijging van certificaten van een woning, omdat de economische gerechtigdheid van X en zijn voormalige partner niet binnen de vereiste bandbreedte valt. Het beroep op het beleidsbesluit van de staatssecretaris biedt X geen soelaas.

X en zijn voormalige partner richten in 2003 een stichting op die een monumentale woning aankoopt. De stichting geeft twee certificaten uit, elk voor de helft aan X en zijn partner. X verstrekt daarnaast een lening aan zijn partner, waarvan de terugbetaling afhankelijk is van de waardeontwikkeling van de woning. In 2007 leggen partijen in een vaststellingsovereenkomst vast dat X economisch voor 75% en zijn partner voor 25% in de woning gerechtigd zijn. In 2016 wijzigen zij hun samenlevingsovereenkomst, waarbij deze verdeling wordt bevestigd. Na beëindiging van de samenleving in 2020 worden de certificaten volledig aan X toebedeeld tegen een vergoeding aan zijn ex-partner. De notaris past de vrijstelling van art. 15 lid 1 onder g Wet BRV 1970 toe. De inspecteur legt echter een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op, omdat volgens hem de vrijstelling niet van toepassing is. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond. Bij het hof is in geschil of X bij de verkrijging van de certificaten recht heeft op de genoemde vrijstelling van overdrachtsbelasting, gelet op de economische gerechtigdheid van partijen.

Hof Amsterdam oordeelt dat de vrijstelling van art. 15 lid 1 onder g, Wet BRV 1970 niet van toepassing is, omdat de economische gerechtigdheid van X (75%) en zijn voormalige partner (25%) niet binnen de vereiste bandbreedte van 40% tot 60% ligt. Deze verdeling vloeit voort uit zowel het certificaataandeel als de lening volgens de beleggingsleer. Het beroep van X op het beleidsbesluit van de staatssecretaris (V-N 2014/39.19) faalt, omdat dit besluit niet ziet op situaties waarin een partij wordt uitgekocht voor haar economische gerechtigdheid. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 2

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Editie: 30 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

560

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen