Advocaat-generaal Koopman concludeert dat het voor de beslechting van het geschil niet nodig is om te oordelen over de stelling of een cumulatief preferent dividend van 1% als zakelijk kan worden beschouwd. De A-G adviseert de Hoge Raad dan ook om het cassatieberoep van X BV ongegrond te verklaren.

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in B BV. B BV verkoopt medio 2018 al haar deelnemingen. Eind 2018 verzoekt X de inspecteur om, in verband met een voorgenomen aandelenfusie, vooraf zekerheid te geven dat sprake is van een aandelenfusie in de zin van art. 3.55 Wet IB 2001. De inspecteur wijst het verzoek af. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur terecht geen aandelenfusie in de zin van art. 3.55 Wet IB 2001 aanwezig acht. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het samenstel van voorgenomen rechtshandelingen niet leidt tot een belastinguitstel of belastingontwijking dat aan toepassing van de aandelenfusiefaciliteit in de weg staat, omdat de herstructurering niet resulteert in een significant lagere belastingheffing. De aandelenfusie is dan niet in overwegende mate gericht op het uitstellen of ontgaan van belastingheffing. De staatssecretaris gaat aanvankelijk in cassatie, maar trekt het uiteindelijk op 25 september 2024 in (V-N 2024/56.3). X BV stelt zowel op 17 september 2024 als op 25 september 2024 pro forma ‘incidenteel beroep’ in cassatie in. Zij stelt daarbij dat het hof niet heeft beoordeeld of een cumulatief preferent dividend van 1% als zakelijk kan worden beschouwd.

Advocaat-generaal Koopman concludeert dat het voor de beslechting van het geschil niet nodig is om te oordelen over de stelling of een cumulatief preferent dividend van 1% als zakelijk kan worden beschouwd. De A-G adviseert de Hoge Raad dan ook om het cassatieberoep van X BV ongegrond te verklaren. In de conclusie wordt verder nog uitgebreid ingegaan op de ontvankelijkheid van het prematuur pro forma incidenteel cassatieberoep van X BV. De A-G acht het op grond van art. 6:10 Awb juncto art. 6:24 Awb ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:24

Algemene wet bestuursrecht 6:10

Wet inkomstenbelasting 2001 3.55

Instantie: Hoge Raad (Parket)

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingrecht algemeen, Inkomstenbelasting

Editie: 17 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

31

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen