Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur slechts gedeeltelijk geheimhouding mag toepassen op stukken in een procedure over een informatiebeschikking. De rechtbank bepaalt dat namen van vennootschappen en jaartallen uit aangiften vennootschapsbelasting openbaar moeten blijven.

X voert een procedure tegen de inspecteur over een informatiebeschikking voor de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2017 tot en met 2022. De inspecteur dient diverse geschoonde bijlagen in, waaronder correspondentie met banken, memo’s, interne stukken en aangiften vennootschapsbelasting. Tegelijkertijd verzoekt de inspecteur om geheimhouding van bepaalde delen van deze stukken, met als motieven het belang van intern beraad, controle- en behandelstrategie, bescherming van persoonsgegevens van derden en ambtenaren, en privacy van betrokkenen. X verzet zich schriftelijk tegen deze geheimhouding en vraagt om een zitting, maar de geheimhoudingskamer besluit schriftelijk te beslissen. De inspecteur licht zijn verzoeken toe en de rechtbank beoordeelt per stuk of geheimhouding gerechtvaardigd is, waarbij zij onderscheid maakt tussen feitelijke informatie over X, informatie over derden en interne overwegingen van de Belastingdienst. In geschil is of de inspecteur terecht geheimhouding mag toepassen op delen van de overgelegde stukken op grond van art. 8:29 Awb, gelet op het belang van X bij kennisneming.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur slechts deels geheimhouding mag toepassen. De rechtbank stelt dat het belang van X bij kennisneming van namen van vennootschappen en jaartallen uit aangiften vennootschapsbelasting zwaarder weegt dan het belang van geheimhouding. Voor persoonsgegevens van derden, interne beraadslagingen en controle- en behandelstrategieën acht de rechtbank geheimhouding in beginsel gerechtvaardigd, mits de inspecteur persoonsgegevens van ambtenaren anonimiseert met NN-nummers en een corresponderende lijst overlegt. De rechtbank verzoekt de inspecteur binnen vier weken te berichten of hij de niet-geheim te houden delen alsnog in het geding brengt. Deze beslissing waarborgt een zorgvuldige belangenafweging tussen openbaarheid en privacy in fiscale procedures.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:104

Algemene wet bestuursrecht 8:31

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 22 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen