X verzoekt met een beroep op de Woo om openbaarmaking van een gedetailleerde lijst van alle cultuurgoederen die sinds 1997 door de Staat zijn verworven in het kader van de Cultuurgoedregeling van de Successiewet. Deze regeling maakt het kort gezegd mogelijk om erfbelasting te voldoen met kunstwerken van nationaal kunst- of cultuurhistorisch belang. In geschil is of de Staatssecretaris van Cultuur en Media het verzoek van X terecht heeft geweigerd met een beroep op de fiscale geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat informatie niet fiscaal van aard hoeft te zijn om onder de geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR te vallen. De geheimhoudingsplicht geldt voor informatie die is verkregen uit of in verband met enige werkzaamheid bij de uitvoering van de belastingwet, ongeacht of deze gegevens als zodanig fiscaal van aard zijn. In dit geval gaat het om gegevens over kunstvoorwerpen. De geheimhoudingsplicht strookt met het uitgangspunt dat het algemene belang ermee is gediend dat het publiek niet wordt weerhouden om inlichtingen en bescheiden aan de Belastingdienst te verstrekken uit vrees dat deze gegevens voor andere dan fiscale doeleinden worden gebruikt (zie: HR 8 november 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0409, V-N 1991, p. 3353, 5). Het inwilligen van het verzoek van X zou afbreuk doen aan de strekking van de geheimhoudingsplicht. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetingang:
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 67
Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Schenk- en erfbelasting
Editie: 3 november
Informatiesoort: VN Vandaag