Advocaat-generaal Koopman adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van X met toepassing van art. 81 RO ongegrond te verklaren. De A-G acht het oordeel van het hof dat het redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar is dat de afwijzing was gericht tot X BV in haar hoedanigheid van gemachtigde niet onbegrijpelijk. Dat oordeel is inhoudelijk ook juist.

Belanghebbende, X BV, is gemachtigde van meer dan 300 ondernemingen aan wie certificaten zijn verstrekt voor de invoer van pluimveevlees in Brazilië. Die bedrijven waren daardoor gerechtigd en tevens verplicht om het vlees in te voeren vóór de vervaldatum van het certificaat. Aan de certificaten was een zekerheidsstelling verbonden. Vanwege stakingen in Brazilië en het corruptieschandaal “Operação Carne Fraca” verzoekt X BV om overmacht, zodat de zekerheden niet worden verbeurd. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wijst dit verzoek af en sommeert in een aan X BV gerichte brief betaling van ruim € 716.000. In geschil is of X BV voor zichzelf in rechte mag opkomen tegen de afwijzing. Hof Amsterdam oordeelt van niet omdat X BV niet rechtstreeks en individueel is geraakt.

Advocaat-generaal Koopman adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van X BV met toepassing van art. 81 RO ongegrond te verklaren. De A-G acht het oordeel van het hof dat het redelijkerwijs niet voor twijfel vatbaar is dat de afwijzing was gericht tot X BV in haar hoedanigheid van gemachtigde niet onbegrijpelijk. Het oordeel kan ook inhoudelijk stand houden. Een douanebeschikking wordt van kracht als deze is ontvangen of geacht wordt te zijn ontvangen door de aanvrager. Volgens de A-G is ‘clair’ dat een beschikking die is toegezonden aan de gemachtigde van een aanvrager, geacht moet worden door de aanvrager te zijn ontvangen als hij de gemachtigde heeft bereikt. Wel betwijfelt de A-G of het hof terecht heeft geoordeeld dat als X BV niet als gemachtigde zou zijn aangeschreven, zij niet rechtstreeks en individueel wordt geraakt door de afwijzing van de verzoeken en de verbeurdverklaring van de zekerheden. Dat oordeel van het hof is echter ten overvloede gegeven, en X BV voert er geen klacht tegen aan.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:1

Instantie: Hoge Raad (Parket)

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 15 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

32

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen