X VOF verkoopt in april 2018 een paard aan een koper uit de Verenigde Arabische Emiraten. Partijen spreken af dat het paard uiterlijk 31 oktober 2018 naar Dubai wordt vervoerd, waarbij het nultarief voor de omzetbelasting geldt. Het paard wordt echter eerst naar Portugal gebracht, neemt daar deel aan wedstrijden en wordt pas op 6 september 2018 uitgevoerd naar de Verenigde Arabische Emiraten. X VOF past het nultarief toe in de aangifte omzetbelasting. De inspecteur legt twee naheffingsaanslagen en een verzuimboete op, omdat volgens hem het nultarief niet van toepassing is. X VOF stelt dat het nultarief wel geldt, beroept zich op het vertrouwensbeginsel vanwege eerder beleid en betwist de hoogte van de grondslag, omdat de omzetbelasting niet meer aan de koper kan worden doorberekend. De inspecteur handhaaft de aanslagen en boete in bezwaar. Tijdens de zitting erkent de inspecteur dat, indien het nultarief niet geldt, de grondslag inclusief omzetbelasting moet worden berekend. In geschil is of het nultarief voor omzetbelasting terecht is toegepast en, indien niet, of de grondslag van de naheffingsaanslagen juist is vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X VOF niet aannemelijk maakt dat de uitvoer van het paard in direct verband staat met de levering, waardoor het nultarief niet van toepassing is. De rechtbank verwerpt het beroep op het vertrouwens-, legaliteits- en neutraliteitsbeginsel, omdat geen sprake is van eerder beleid of strijd met wet- en regelgeving. De rechtbank volgt het subsidiaire standpunt van X VOF dat de grondslag van de naheffingsaanslagen inclusief omzetbelasting moet worden berekend, nu de belasting niet meer aan de koper kan worden doorberekend. De rechtbank vermindert daarom de aanslagen en past de verzuimboete proportioneel aan. X' beroep is gegrond en de uitspraken op bezwaar worden vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 12

Wet op de omzetbelasting 1968 9